Aanbod
In het buitengewoon onderwijs spreken we niet over studierichtingen, maar over opleidingsvormen (OV) met hun eigen doelstellingen.
OV1 = BuSO tot sociale aanpassing
In deze opleidingsvorm focussen we op de sociale vorming om zo de integratie van de leerlingen in een beschermd leefmilieu (en eventueel werkmilieu) mogelijk te maken en ook om hun zelfredzaamheid te bevorderen.
OV2 = BuSO tot sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking
In deze OV willen we onze leerlingen een algemene en sociale vorming en arbeidstraining geven, teneinde hun integratie in een beschermd leef- en arbeidsmilieu (maatwerkbedrijven) mogelijk te maken.
De opleiding gebeurt in 2 fasen:
- Fase 1:
Het accent ligt op algemene en sociale vorming; zelfredzaamheid, communicatie, sensomotoriek zijn erg belangrijk. Lezen en rekenen ligt binnen de mogelijkheid van sommige leerlingen. De leerlingen worden tevens vertrouwd gemaakt met enkele arbeidsgerichte basisvaardigheden. Deze fase duurt minimaal 2 jaar. - Fase 2:
De verworven vaardigheden worden getoetst aan buitenschoolse situaties. Tijdens deze fase wordt ook de arbeidsgerichte vorming zeer belangrijk; simulatie van een beschut atelier behoort tot de mogelijkheid. Deze leerlingen gaan ook op stage in een maatwerkbedrijf.
OV3 = Buitengewoon beroepsonderwijs
In deze opleidingsvorm geven we de leerlingen een algemene, sociale en beroepsvorming, teneinde hun integratie in een gewoon leef- en arbeidsmilieu mogelijk te maken.
De opleiding gebeurt in 3 fasen:
- De observatiefase:
Tijdens dit leerjaar kunnen de jongeren hun eigen mogelijkheden en belangstelling voor een bepaald beroep ontdekken. - De opleidingsfase:
Daar gaat het om een algemene beroepsopleiding binnen een sector. - De kwalificatiefase:
Hier spreken we van een meer gespecialiseerde beroepsopleiding. Wie de opleiding verlaat als een gekwalificeerde arbeider krijgt een kwalificatiegetuigschrift. De anderen krijgen een attest.
In een bijkomend studiejaar, ABO (Alternerende BeroepsOpleiding), waarbij de leerlingen afwisselend opleiding krijgen op school (2 dagen per week) en op het bedrijf (3 dagen per week), worden de leerlingen begeleid naar tewerkstelling.